HENDRIX - POPSONGS

De “Hendrix” achter deze plaat is de hier ten huize H. erg gewaardeerde Humo-journalist Wilfried Hendrickx, die hier, op nog meer gevorderde leeftijd dan ondergetekende, debuteert met een deels in het Nederlands, deels in het Engels gezongen plaat, waarvan ik, ook na zes, zeven beluisteringen, niet meteen weet welke de bedoeling erachter is.

De hint naar Jimi in de artiestennaam ontgaat mij ook een beetje, al zal ook dat aan mij liggen, maar ik hoor in de hele plaat niet de minste muzikale verwijzing naar de bijna-naamgenoot van de journalist. Aan de instrumentale kant van de zaak, blijkt Chris Peeters de touwtjes in handen te hebben gehad en aan die mens moeten we niet teveel woorden meer verspillen, denk ik: hij is simpelweg topklasse op allerhande instrumenten, maar zeker op gitaar komen er in dit land weinigen zelfs maar in de buurt.

De teksten van de liedjes, lijken deels autobiografisch en ze zijn bij momenten niet eens verdoken liefdesverklaringen van Hendrickx aan de vrouw die al sinds mensenheugenis aan zijn zijde staat. Tot hiertoe kan ik er allemaal wel mee overweg. Maar die zang…jongens toch…die is doorgaans op het randje van het schabouwelijke en heel af en toe zelfs tenenkrommend. Ik heb dus een donkerbruin vermoeden, dat we hier midden in een soort “Sperziebonen”-verhaal zitten, waarvan pas later zal blijken wat er precies achter zat en waar het met ons naartoe moest.

Voor een echte pastiche is het niet goed genoeg, voor een “voorzitter van de biljartclub neemt een plaatje op naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van zijn club” duurt de plaat te lang en had een single of EP ruimschoots volstaan. Ik ga het dus, naar de woorden van mevrouw H., hierop houden: op een zatte kampvuuravond heb je ook wel eens iemand zonder zangstem die wil zingen. Maar de teksten zijn bij momenten leuk en het instrumentale werk van Peeters is prima en met de omvang van mijn mantel der liefde is, naar ik verneem, ook niks mis.

(Dani Heyvaert)